Opgeschrikt door een hoog fluitende roep. Ik spits mijn oren. Heb ik het goed gehoord? Een ijsvogel? De balts in aantocht. Nogmaals “tie-tie” scherp en hard. Boven de beek in het Renkums Beekdal zie ik met hoge snelheid een blauwe flits voorbij schieten. Het is de ijsvogel. Ik verschans me achter een dikke eik. Met verhoogde hartslag en verrekijker speur ik de beek af.
Hij zit op een tak dwars over de beek. Met een vis in zijn snavel. Een vrouwtje komt naast hem zitten. Een paartje! Het vrouwtje krijgt de vis. Verrast. Zie ik dit goed? Ik sta muisstil. Bij elke beweging kunnen ze opvliegen.
Je ziet ze vaak alleen in een flits voorbij vliegen. Tijdens de balts is dat blijkbaar anders. Ze zijn druk met elkaar en hebben geen notie van mijn aanwezigheid. Luid roepend vliegen ze achter elkaar aan. Steeds terugkerend op die ene tak.
Ze zijn elkaar aan het versieren. Net als verliefde mensen. Ik voel me een voyeur achter die dikke eik. Dat ze elkaar een visje gunnen, zie je wel vaker in deze periode. Ineens neemt er één vanaf de tak een duikvlucht, als een pijl recht naar beneden.
…Plons…
Met een vis in z’n snavel keert de ijsvogel weer terug op de tak. Deze keer is de vis voor hemzelf. Ze zitten vaak op een tak die boven het water hangt, spiedend naar vissen en insecten. De tak als uitkijkpost en om te baltsen.
Nu snap ik waarom de ijsvogel wel de mooiste broedvogel van ons land genoemd wordt. Met hun blauwe rug en oranje blauwe borst doen ze nogal exotisch aan. Tegelijkertijd zijn ze met deze mooie kleuren heel kwetsbaar. Maar goed dat ze niet zo gemakkelijk te ontdekken zijn. IJsvogels leven in rustige gebieden, verborgen in bomen en langs stromend water. Ze vliegen vlak boven het water met de bochten mee. De schelle hoge roep verraad hun aanwezigheid.
Echt romantisch is het leven van de ijsvogel niet. De naam is ook heel vreemd gekozen. Je zou verwachten dat ze goed bestand zijn tegen strenge winters, maar dat is helemaal niet waar. Jammer genoeg overleven veel ijsvogels deze juist niet. Vorst is hun grootste vijand. Als het water bevroren is kunnen ze geen vissen vangen en nemen de vetreserves af. Gelukkig kunnen ze per seizoen drie broedsels leggen om de soort daarmee veilig te stellen. Een overlevingsstrategie die van nature is ingebouwd.
Tegenwoordig trekken veel ijsvogels in de winter naar de bebouwde kom. Ik hoor over waarnemingen in tuinvijvers met vele kleine visjes en een goede uitkijkpost. Zelfs in het Vondelpark in Amsterdam zijn ze inmiddels gesignaleerd.
Geen idee hoelang ik al naar dit schouwspel sta te kijken en erover mijmer. Tijdloos. Op de zeldzame momenten dat ik de blauwe “parel” hoor of als een flits over de beken zie vliegen, herinner ik me dit moment.
Stilletjes hoop ik dat er nooit meer een strenge winter komt.
© maart 2018 Lies van Leeuwen – Renkum