Zomereik

Zomereik (foto: Dirk Prins)
Zomereik 2 (foto: Dirk Prins)
In de bossen op de oosthelling van het Renkums beekdal overheersen lokaal Zomereik en Beuk en in mindere mate Tamme kastanje. Zomereik is historisch een van de dominante soorten in het West-Europese bos. Je zou verwachten dat, wanneer je een bos op zijn beloop laat, de eik zijn positie kan bewaren. Dit blijkt echter niet zo te zijn. Het is een uitgesproken lichtminnende boomsoort. In een ‘natuurlijk’ bos is de concurrentie voor licht in het nadeel van de eik. Schaduwverdragende soorten als beuk en haagbeuk zijn beter in staat om die gaten te dichten.
Zomereik heeft een brede kroon en onderin de kroon een aantal grote dwarse takken. Dit geeft de boom een grillig uiterlijk, wat vooral opvalt als een solitaire Zomereik. Het blad van de zomereik is onregelmatig gelobd en heeft een korte bladsteel. De bladvoet is hartvormig en heeft onderaan de bladschijf waar die aan de bladsteel aansluit twee lobben. Aan de bladvorm is de Zomereik het makkelijkst te onderscheiden van de nauw verwante wintereik. De zomereik is vele eeuwen van groot belang voor de mens geweest. De eikels zorgen voor veel voedsel voor dieren. De eikels zijn zeer voedzaam en bevatten tot 38 % vet. Voornamelijk Gaai en Bosmuis zorgen voor de verspreiding van de eikels. Ook het hout is belangrijk. Het is hard, duurzaam en goed te bewerken en voor veel doeleinden te gebruiken.
Meer informatie: https://www.verspreidingsatlas.nl/1037