De bosuil

Foto: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bosuil

Januari 2017  Ze laten zich zelden zien, maar je hoort ze des te beter. Geluid draagt ver in een heldere winternacht. Wie dezer dagen ’s avonds een wandelingetje maakt kan zomaar worden getrakteerd op de spookachtige roep van een bosuil.

Uilen hebben ons altijd geboeid. Met hun grote ogen, omringd door een opvallende verenkrans, kijken ze je indringend aan. Moeiteloos draaien ze hun kop 360 graden om je overal te bespieden. Het steenuiltje gold in de oudheid als symbool van kennis, wijsheid en scherpzinnigheid, metgezel van Pallas Athene, godin van de wijsheid.
In Nederland komt de bosuil het meest voor, in Gelderland zelfs talrijk. Het bekendst is de roep van het mannetje, favoriet bij makers van griezelfilms. Zijn ‘hoe… hoe-hoe-hoe-hoeeee’ wordt door het vrouwtje beantwoord met een luid ‘kie-wiek’.
Ze vertonen zich zelden. Overdag zitten ze onzichtbaar in een boom te dutten. Pas in het donker gaan ze op jacht. Heel stil. Terwijl een opgeschrikte houtduif het hele bos wakker klappert, glijdt een bosuil als een geheimzinnige schaduw geruisloos over je heen.
Het zijn geduchte jagers. Zelfs in het donker zien ze alles. En je hoort ze niet aankomen. Hun donzige poten hebben vervaarlijke klauwen die met gemak een muis doodknijpen. Het arme diertje wordt het met huid en haar ingeslikt.
Bosuilenpaartjes blijven elkaar hun hele leven trouw. De paartijd begint al in december-januari. Dan laten ze zich het vaakst horen. Vandaar dat in januari op veel plaatsen bosuilenexcursies worden georganiseerd. Ook rond het informatiecentrum Renkums Beekdal, waar diverse bosuilenpaartjes hun territorium hebben.
De boswachter kan honderduit vertellen over de bosuil, maar alleen aan het begin van de excursie. Tijdens de nachtelijke wandeling wordt weinig gesproken en veel geluisterd. Het is spannend. Zaklampen gaan alleen aan bij boomstronken en modderplekken. Hand-in-hand over gladde bruggetjes. Iemand struikelt over een afgevallen boomtak.
Bosuilen roepen niet op verzoek. De ene keer horen we ze alleen op afstand. De volgende keer vechten twee mannetjes pal boven ons hoofd om een vrouwtje. Een andere keer laat geen uil zich horen. Maar dan zijn er altijd nog de sterren. En de erwtensoep na afloop.

Luister hier naar de bosuil:

Auteur: Wim Braakhekke

Wim Braakhekke is natuurgids en sinds juni 2017 ook bestuurslid van Stichting Renkums Beekdal.