Deze gal is kogelvormig, tot 2 cm in doorsnede met een glad oppervlak. De gallen zijn groen, later vaak met een rode blos en soms voorzien van knobbeltjes. In het centrum van de gal ligt een kleine larvenkamer. In de nazomer zijn de gallen volgroeid en vallen met de bladeren op de grond. De gallen kunnen gevonden worden op de bladeren van de Zomereik.