Gewone berenklauw behoort tot de Schermbloemenfamilie. Het is een 90-150 cm hoge, overblijvende plant en komt vooral voor op zeer voedselrijke, vooral stikstofrijke, vochtige grond zowel in de volle zon als in halfschaduw. De plant groeit in verruigde bermen, tegen de rand van struwelen, in loofbossen en in ruigten. De borstelig behaarde stengels zijn hol, kantig, gegroefd en 0,5-2 cm dik. De wortelbladen zijn borstelharig, rondachtig of eirond, 20-50 cm lang met grote, breed eironde tot langwerpige, diep gelobde of grof getande slippen. De bovenste bladeren hebben een sterk opgeblazen bladsteel. De bloemschermen van Gewone berenklauw bestaan uit twaalf tot vijfenveertig stralen. De bloemen zijn wit of zelden roze en 0,5-1 cm. De kroonbladen van de buitenste bloemen zijn duidelijk verschillend van grootte.
De plant kan, in mindere mate dan de verwante Reuzenberenklauw, voor gevoelige mensen lastig zijn. Bij aanraking aan de haren en in combinatie met UV licht kunnen hinderlijke jeuk en irritatie ontstaan tot zelfs brandblaren toe. Het is een zeer algemene plant en komt door heel Nederland voor.
https://www.verspreidingsatlas.nl/0607
Gewone berenklauw
De zogenaamde Grunsfoortweide is een sterk verruigd perceel met overheersing van een aantal algemene ruigtesoorten van voedselrijke standplaatsen, zoals Grote Berenklauw, Gewone smeerwortel, Grote brandnetel, Echte valeriaan, Moerasspirea, Haagwinde en Kleefkruid.