Klimopwaterranonkel vereist ondiep water dat in de zomer min of meer droogvalt en in de winter niet of zelden bevriest. Haar voornaamste troef is dat ze zich in een paar weken van zaad tot volwassen plant kan ontwikkelen en zich in korte tijd sterk vegetatief kan vermeerderen. Hierdoor is ie zijn concurrenten, hoge moerasplanten die veel licht wegnemen, te snel af. De soort is 1-jarig en moet zich jaarlijks opnieuw uit zaad ontkiemen. Voordat de bloempjes na 1 of 2 dagen goed en wel zijn uitgebloeid gaan de bloemstelen zich krommen en drukken ze de zich snel ontwikkelende vruchtjes naar het natte bodemoppervlak. Zo wordt de nieuwe generatie geholpen door de ouderplanten, voordat die later in het jaar vaak worden overwoekerd door andere soorten. Klimopwaterranonkel staat als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst van vaatplanten.
https://www.verspreidingsatlas.nl/1050
Klimopwaterranonkel
Klimopwaterranonkel (Ranunculus hederaceus) is één van de meest typische planten van het Renkums Beekdal. Het is de enige plek op de Zuid-Veluwe waar deze soort nog voorkomt. De kleine Klimopwaterranonkel is relatief gemakkelijk te bewonderen vanaf het vlonderpad, en groeit in het natste deel van de vallei. De blaadjes lijken op miniatuur klimopbladeren, vandaar de naam. De bloei is in het late voorjaar. De bloemen zijn weinig opvallend. De kleine witte bloempjes hebben een geel hartje.