Foto: Staatsbosbeheer; Reekalfje verschuilt zich tussen de bosbessen, rustig laten liggen en niet aankomen!
Je weet wel hoe dat gaat, eerst heb je de bronstperiode, de paartijd. We hebben beleefd hoe de edelherten, reeën en zwijnen elkaar het hof maakten. Edelherten hebben een draagtijd van ongeveer 235 dagen. Reeën hebben een verlengde draagtijd van 150 dagen. Het embryo begint zich pas vanaf december te ontwikkelen en dan duurt het nog een 144 dagen voor de eerste kalfjes geboren worden, ongeveer in mei.
Na de geboorte lopen de kalfjes van de reeën al vrij snel met hun moeder mee, op zoek naar grassen die zachtjesaan weer beginnen te groeien, knabbelen van knoppen, scheuten en bast. Natuurlijk krijgen ze de eerste tijd moedermelk maar al vlot leert het kalf eten zoeken van zijn moeder.
Het jonge dier heeft veel te leren en komt veel spannende nieuwe dingen tegen. Van zijn moeder leert hij wanneer het gunstigste moment is om uit de dekking te komen en eten te gaan zoeken. Overdag verstoppen ze zich in de rustige delen van het bos tussen het dichte hout. Dan komt een vreemde en nieuwe geur gedreven. Geluiden, een heldere stem, een hoge blaf. Wat is dat??
“Mam, moeten we rennen?”
Bij gevaar zal een kalf van een ree of edelhert zich laten vallen en klein maken in het hoge gras. Door zijn schutkleur valt hij nauwelijks op. Moeder rent weg om het gevaar af te leiden van haar kalf. Later als het gevaar geweken is zal ze terug komen en haar kalf roepen. Het jong laat zijn eigen kenmerkende roep horen waar zij hem aan herkend en ze worden weer herenigd.
Het loopt helaas ook wel eens minder goed af. Mensen die het kalf zien denken dat hij in de steek gelaten is door de moeder en nemen het soms mee! Behalve dat de moeder het kalf dus niet meer kan vinden zal het kalf ook als het terug gezet wordt naar mensen ruiken, en is de kans groot dat ze hem niet meer accepteert. Laten liggen dus!
De jonge kalveren zijn niet opgewassen tegen loslopende honden die het wild schrik aanjagen. Geluid of geur is al genoeg om het wild te doen schrikken en er vandoor te gaan. In blinde paniek kunnen ze regelrecht het prikkeldraad in of de weg op rennen, soms met de hond er bij en dat gun je geen van beiden.
Het lijkt me duidelijk. Wees welkom om de lente te beleven! Ook met de hond, maar wel aan de lijn! Respecteer de toegangsregels van onze gebieden, die te lezen zijn op de bebording wanneer je het terrein betreed. En mocht je toevallig een reekalfje tegenkomen dat zich verschuild tussen de begroeiing, niet aankomen, rustig doorlopen, moeders komt weer terug.
En dan nu; beschuit met muisjes, op het jonge grut!
Boswachter Jaël Bergwerff