De eerste keer dat ik een vleermuis goed kon zien was in een bunker. De vleermuizen waren in winterslaap en hielden zich met kleine klauwtjes vast aan de bekalkte muur van de bunker. We vonden twee soorten, de dwergvleermuis en de grootoorvleermuis. Lang konden we de donzige bolletjes niet bekijken want anders zou hun lichaamstemperatuur omhoog gaan en ze uit hun winterslaap ontwaken. Dat kost dan teveel energie om de rest van de winter door te komen.
Een echte kasteelheer?
Elk jaar worden de vleermuizen geïnventariseerd. Ze kunnen op allerlei plekken zitten. Heus niet alleen in kasteelruïnes, nee, ze zitten in ijskelders, steenfabrieken, op zolders, in spouwmuren, achter dakranden en ook vaak in holle bomen. Dat verschilt een beetje per soort. Zo zitten rosse vleermuizen graag in holle bomen, terwijl de dwergvleermuis veel voorkomt in de spouwmuren in woonwijken.
Met de de inventarisaties die tijdens de winterslaap plaatsvinden, worden bekende vleermuisplekken onderzocht. Vaak zijn dit cultuurhistorische gebouwtjes die mede vanwege de vleermuizen in stand gehouden worden. Dit jaar zijn tijdens die inventarisaties in de omgeving van Renkum bijvoorbeeld de baardvleermuis (vanwege zijn behaarde bovenlip!), de franjestaart, grootoorvleermuizen en de watervleermuis gevonden. Een mooie score!
Vleermuis zoekt huis
De vleermuis heeft het niet gemakkelijk. Het aantal insecten waar ze van leven neemt af en het vinden van een geschikte plek om te overwinteren is helemaal niet zo eenvoudig.
Verder is lichtvervuiling nog een probleem voor ze. Het zijn nachtdieren die in de schemering op jacht gaan. Hun ogen zijn hierop aangepast en ze maken gebruik van echolocatie om niet ergens tegenaan te vliegen of om hun prooi te vangen. Licht maakt hen echter in de war.
Staatsbosbeheer beheert o.a. speciale vleermuiskelders maar ook ‘gewone’ gebouwen kan je vleermuisvriendelijk maken. Op de site (http://www.vleermuis.net/) van de Vleermuizenwerkgroep Nederland staat een schat aan informatie. Hang bijvoorbeeld een vleermuiskast op in je tuin!
Kijken met je oren
Tijdens het vliegen stoten vleermuizen hoge tonen uit in een bepaald ritme. De hoogte en het ritme verschilt per soort. De tonen kaatsen terug en met deze echo weet de vleermuis pijlsnel hoe zijn omgeving er uit ziet. Met een bat-detector kunnen deze tonen worden waargenomen en wordt bepaald welke soort er vliegt. Als je gehoor goed is, kun je enkele van de schelle tonen opvangen wanneer je op een warme avond nog buiten in de tuin zit.
Ik vind het altijd een prachtig gezicht om de donkere schaduw van de vleermuis tegen de lucht te zien terwijl hij zijn achtjes vliegt op jacht naar muggen. Op dit moment zijn ze echter nog in winterslaap, ze zullen pas wakker worden wanneer de temperaturen hoog genoeg zijn en er meer insecten vliegen.